WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 29 maart 2024

Loten: 9 jongens en 12 meisjes in een klas

In een klas zitten 9 jongens en 12 meisjes. Er wordt geloot waarbij twee personen getrokken worden. Hoe groot is de kans dat minstens één van de twee een jongen is?

Pascal
31-1-2018

Antwoord

Hallo Pascal,

Het is wel de bedoeling dat je laat zien wat je zelf al hebt geprobeerd, of dat je aangeeft wat jouw moeilijkheid is bij een opgave, zie de spelregels. Ik ga er nu maar even van uit dat je niet weet hoe je de opgave moet aanpakken, ik help je een eindje op weg.

Bedenk dat je opgaven over kansberekening met daarin de woordjes 'minstens', 'meer dan', 'minder dan', 'maximaal' enz. opsplitst in meerdere berekeningen die steeds gaan over 'een precies aantal'. In dit geval:

'minstens één' betekent: één of twee (of drie of vier ..., maar omdat je maar twee personen kiest, is drie of meer hier niet mogelijk).

Bereken dus de kans dat één van de twee een jongen is (en de andere dus een meisje!), bereken ook de kans dat allebei de personen jongens zijn, en tel deze kansen bij elkaar op.

Kan je hiermee verder? Zo niet, stel gerust een vervolgvraag, maar geef dan aan tot waar je gekomen bent en wat jouw probleem precies is voor het vervolg.

GHvD
31-1-2018


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#85660 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo