WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Coëfficiënten bepalen van een kromme

Wij hebben deze oefeningen tijdens de werkcollege klassikaal opgelost, maar ik begrijp nog steeds niet hoe de docent aan de uitkomst is gekomen.
De kromme K met vergelijking y=ax2+bx+c bevat het punt p(-1,0) en raakt y=x in het punt met abscis x=1. Bepaal a,b,c

Hanaa
21-12-2017

Antwoord

Hallo Hanaa,

De kromme bevat het punt p(-1,0). Dit betekent: wanneer je x=-1 kiest, dan geldt y=0. Dus:

a(-1)2 + b·-1 + c = 0

Dit levert:
a - b + c = 0 (vergelijking 1)

Dan: de kromme raakt de lijn y=x in het punt met abscis x=1. Het raakpunt met x=1 ligt dus op de lijn y=x, dus het raakpunt heeft de als coördinaten (1,1). De kromme gaat door het raakpunt (1,1), dus moet gelden:

a·12 + b·1 + c = 1

Dit levert:
a + b + c = 1 (vergelijking 2)

Tot slot: de kromme raakt in (1,1) aan de lijn y=x. De helling (afgeleide) van deze lijn is 1, dus moet de helling (afgeleide) van de kromme in het punt (1,1) ook gelijk zijn aan 1.
De afgeleide van de kromme K is:

y' = 2ax + b

Voor x=1 geldt: y'=1, dus:

2a·1 + b = 1
2a + b = 1 (vergelijking 3)

We hebben nu 3 vergelijkingen met 3 onbekenden a, b en c:

a - b + c = 0
a + b + c = 1
2a + b = 1

Zo'n stelsel is oplosbaar. Je kunt vergelijkingen op een handige manier bij elkaar optellen of aftrekken, of onbekenden één voor één elimineren. Bij het antwoord op 3 vergelijkingen, 3 onbekenden zie je een voorbeeld hoe je dit doet.

Lukt het hiermee?

GHvD
21-12-2017


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#85409 - Differentiaalvergelijking - Student universiteit België