WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 28 maart 2024

Bepaal intervallen waar de functie stijgt of daalt

Beste,

Ik moet de intervallen bepalen en de extrema van volgende functie : f(x) = (x+2)3(x-1)

Nu vraag ik mij af of ik eerst de afgeleide hiervan moet opstellen : f'(x) = 3(x+2)2.(1) = 3x2+12

Of dat ik eerst het voorschrift mag vereenvoudigen tot f(x) = x3-x+8 en dan f'(x) toepassen. nl. f'(x) = 3x2-1
om daarna de nulpunten te bepalen.

D = -b.4ac $\Rightarrow$ -0.4.3(-1) = 12

x1 = -0-√12/(3.2) = -0,58
x2 = -0+√12/(3.2) = 0,58

Kan iemand mij de richting wijzen?

Mvg,

Bas

Bas
1-12-2016

Antwoord

Zoals het er nu staat klopt er niet veel van. De afgeleide van $f(x)=(x+2)^3(x-1)$ lijkt me gelijk aan $f'(x)=(x+2)^2(4x-1)$. Misschien moet daar eerst maar 's naar kijken?

Daarna kijken naar de nulpunten van de functie, de extremen, stijgen, dalen, enz.

WvR
1-12-2016


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#83405 - Functies en grafieken - 3de graad ASO