Ik heb geen flauw idee hoe ik deze oefening moet oplossen! hopelijk kunnen jullie mij hierbij helpen!
Stel dat men over een test beschikt zodanig dat P(A⎜C) = 0,95 en P( Acomplement⎜C complement) = 0,95.
Hierin stelt C het verschijnsel voor dat iemand een ziekte heeft en A het verschijnsel dat het testresultaat positief is. Zij P(C) = 0,005.
Wat is de kans dat als het testresultaat positief is de geteste persoon werkelijk de ziekte heeft?
Zij P(A⎜C)= P(Acomplement⎜Ccomplement)= R en P(C)= 0,005. Voor welke waarde van R is P(C⎜A) gelijk aan 0,95 ?
Alvast bedankt en vriendelijke groetenchenne
23-5-2011
Hallo
Om de regel van Bayes te kunnen toepassen moet ook de kans gekend dat het testresultaat positief (of negatief) is als iemand de ziekte niet heeft.
LL
23-5-2011
#65017 - Kansrekenen - Student universiteit België