WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 29 maart 2024

2e graads vergelijking met 2 onbekende

Geachte meneer/mevrouw,

ik kan uit de volgende vergelijking de "t" en de "d" niet oplossen. Heeft u wellicht tips om mij op weg te helpen?

De vergelijking luidt:

d·sin(10°)=19,66t-9,81t2+4,905

Ik hoop dat u me kunt helpen.

Bij voorbaat dank

mvg.

F. Wolters
16-11-2010

Antwoord

d = (19,66t-9,81t2+4,905)/sin(10°) en als je sin(10°) benadert met een rekenmachine, kun je de deling ook 'echt' maken. Ik weet natuurlijk niet of dat ook de bedoeling is.

Het vinden van de t-waarden gaat met de abc-formule.
Schrijf eerst 9,81t2 - 19,66t + (d*sin(10°) - 4,905) = 0 en met a = 9,81 en b = -19,66 en c = d*sin(10°) - 4,905 geeft de abc-formule de t-waarden prijs, maar een echt leuke uitdrukking wordt het natuurlijk niet.

MBL
16-11-2010


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#63608 - Vergelijkingen - Leerling mbo