Een kaartspel bestaat uit 52 kaarten, verdeeld over vier 'kleuren': harten, schoppen. klaveren en ruiten. Elke kleur kent de volgende kaarten: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, boer, vrouw, heer en aas.
Bij een spel krijgt elke speler zeven kaarten. Maak een vaasmodel bij de volgende opdrachten.
- je wilt de kans berekeken op drie schoppenkaarten.
- je wilt de kans berekenen op twee azen.
reyhan
13-1-2010
A.
Omdat het zonder terugleggen is valt er weinig anders te doen dan 52 ballen met 13 zwart en 39 blauw (of zoiets). Je trekt dan 7 ballen zonder terugleggen.
B.
Idem zie A.
Of moet je de kansen ook echt berekenen? Hoe zou je dat doen?
WvR
13-1-2010
#61398 - Kansrekenen - Leerling mbo