WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 23 april 2024

Vaas met rode en blauwe knikkers

Een vaas bevat een zeer groot aantal rode en blauwe knikkers in de verhouding 1:3. Hoeveel knikkers moet men nemen omdat de kans om minstens één rode knikker te hebben groter is dan 90%?

x = aantal rode knikkers
x      0     1      2     3      4
p(x) 2/3 1/3 1/9 1/27 1/34
Maar ik bedacht dan ik dan geen rekening hou met het aantal knikkers ik voor de rode knikker neem.

Ik dacht dat ik met de hypergeometrische verdeling verder kon: met n2=3·n1 maar dan zit ik met teveel onbekenden in mijn formule.

Ik zie eigenlijk niet zo goed, hoe ik hier moet aan beginnen.

Kan u mij aub helpen?

jinthe
10-12-2009

Antwoord

Je hebt hier (bij benadering) te maken met de binomiale verdeling. De kans verandert immers niet gedurende het 'experiment'.

X:aantal rode knikkers
X~Binomiaal verdeeld met p=1/4 en n:onbekend.
Gegegeven: P(X1)0,90.
Gevraagd: wat is n?

Oplossing:
P(X1)0,90
1-P(X=0)0,90
P(X=0)0,10
(3/4)n0,10
n=9

Hopelijk helpt dat?

WvR
10-12-2009


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#61061 - Kansrekenen - 3de graad ASO