WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Laplace

Ik heb volgende functie
f(t)= 1 als 0ta/v
= 0 als a/v t a en f(t+a)=f(t)

Gebruikmakend van de eigenschap van laplace: 'transformatie van een periodieke functie' kom ik uit op (1-e-ap/v)/p(1-e-ap/v = 1/p

terwijl de oplossing moet zijn: (1-e-ap/v)/p(1-e-a/v

het probleem situeert zich bij het eerste deel van de eigenschap: 1/(1-e-Tp) met T de periode. Als je de integraal splitst van 0--a/v en van a/v naar a dan moet je telkens met die eerste term de periode ingeven voor de respectievelijke integraal. Wat heb ik verkeerd gedaan?

grt
AA

A
8-12-2009

Antwoord

Ik krijg 1/p*(1-e-pa/v)/(1-e-pa). De periode van de functie is a; dat verklaart de noemer (1-e-pa). De rest is de integraal van 0 tot a/v van e[su]-pt.

kphart
12-12-2009


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#61046 - Complexegetallen - Student universiteit België