Ok, ik heb hier even 2 erg simpele vragen over een oefentoets waar ik mee bezig ben.
Antwoorden staan er al bij, alleen nog geen uitleg, dus ik snap er niks van...
V1: Een kledingzaak houdt een opheffingsuitverkoop. In eerste instantie wordt op alle artikelen 20% korting gegeven. Na een maand wordt nog eens 30% korting gegeven op het reeds afgeprijsde bedrag.
A) snap ik
B) Hoeveel procent korting krijg je in deze zaak na 7 weken?
Mijn antwoord op B: sowieso al 20%, per 4 weken 30%, 7 weken in totaal dus maar 1 keer de maandkorting plus de basiskorting = 50%...
Maar bij de antwoorden staat dat het 40% moet zijn...
V2: Sara heeft een trui gekocht van €70,-. Op het moment dat ze hem kocht was er 15% van de prijs af.
A) Hoeveel kostte de trui eerst?
Mijn antwoord: keer 1.15 omdat dat er eerst 15% afging...
Waar ik op uitkwam was: €80,50
Maar bij de antwoorden staat: €82,35
Help mij alstublieft...Daen
10-2-2009
Daen,
V1: Neem aankoopbedrag =100, 20% korting geeft 80, weer 30%korting van 80 geeft 56. Dus totale korting 100-56=44% en geen 40%.
V2: Als er eerst 15 % afgaat, blijft er 85% over, dus de trui koste eerst:
70/0,85=82,35.
kn
10-2-2009
#58311 - Rekenen - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo