WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 25 april 2024

Re: Oefening over kansverdeling

Hallo

in vraag 1 vraag ik als ik dat mag schrijven:
P(X = 8) == 1 - P(X 9) ? is dat juist geformuleerd gaat om kansen

In vraag 2
==========

Ik snap niet wat je bedoeld hoor kan je mij de oplossingsmethode geven wat ik moet doen

weet een tabel maar hoeveel tabellen:

Ik denk dan ene voor P(M= mi) en P(S = si)
Ik begrijp het niet zunne

Snap die oefening helemaal niet hoor
Kan je mij wat helpen

Groetjes
Stefke

Stephane
26-10-2008

Antwoord

1) Ja, P(A) + P(niet A) = 1, wat A ook is.

2) Lees nog eens na wat ik geschreven heb (en verzorg je taal en zinnen ook een beetje aub, als ik ook zo begin, begrijp je er nog minder van). Maak een tabel van 5x5 en schrijf in elk hokje de waarde van M en S die met dat hokje overeenstemt. Bepaal daarna de kans dat je in zo een hokje terechtkomt (die hangt natuurlijk af van teruglegging of niet). Zo kan je de kans bepalen dat je een zekere waarde voor M of S bekomt, door de kansen van de hokjes met die waarde voor M of S op te tellen.

Kies ook niet "Beantwoorder" als categorie, want dat ben je niet, toch?

cl
26-10-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#56915 - Statistiek - Student Hoger Onderwijs België