WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Re: Vraagstukken oplossen met tweedegraadsvergelijkingen

Als je deze vergelijking oplost, kom je uit:
x1 = -22
x2 = 22

Vul deze 2 oplossingen in:

(-22)2 -(-22) = 506 -- Juist
222 - 22 = 462 -- Fout

Enkel -22 is een juist antwoord. Waarom kom je dan ook 22 uit bij het oplossen van de vergelijking?

Katrien Van Mulders
3-6-2008

Antwoord

Volgens mij is er iets misgelopen bij je berekening van de wortels van de vergelijking. De juiste x-waarden zijn x=23 of x=-22

Kevin
6-6-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#55846 - Vergelijkingen - Iets anders