hallo ik zit in de wetenschappen wiskunde en moet voor een taak volgende vergelijkingen oplossen: sinx + Ö3cosx=Ö2 en tanx + 4sin2x+2= 4sin2(p/4+x)
kunnen jullie mee een beetje opweghelpen aubbartel
20-2-2008
Hallo
De eerste vergelijking is van de algemene vorm: a.sinx + b.cosx = c
met a=1, b=Ö3 en c=Ö2
Hiervoor heb je een algemene oplossingsmethode gezien.
Stel tanj = b/a = Ö3
Schrijf tanj = sinj/cosj, zet op gelijke noemer en pas in de teller de (omgekeerde) somformule toe.
Breng cosj naar het rechterlid.
Je bekomt dan de vergelijking: sin(x+j) = c.cosj
en j en cosj kun je berekenen uit tanj
Bij de tweede vergelijking kun je eerst het rechterlid RL uitwerken.
Met de somformule vind je: RL = 4.sinx.cosx + 2
Breng dit over naar het linkerlid.
Schrijf tanx = sinx/cosx en zet op gelijke noemer.
Zonder sinx af in de teller en schrijf 1 = sin2x+cos2x
Tussen de haakjes heb je nu een homogene vergelijking in sinx en cosx van de tweede graad.
Deel door cos2x en je hebt een vierkantsvergelijking in tanx
Hiermee moet het wel lukken ...
LL
20-2-2008
#54458 - Goniometrie - 3de graad ASO