WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 25 april 2024

Hoeken in driehoek bepalen aan de hand van inproduct

In de meetkunde leerden we de hoeken bepalen m.b.v.inproduct, bij een oef heb ik een fout die ik niet vind.
Gegeven driehoek ABC met A ( 1,5 )B(1,-2) en C(7,3) en we moeten de hoeken bepalen.
Ik vind door richAB=(3,4);rich(AC)=(3,-1) en richBC=(2,1) voor de hoeken B = 26°33'54" en voor C =45° Ik werk juist op dezelfde manier voor A nl
9-4=5*sqrt(10)*cosA; dus cos A = 1/sqrt(10) maar dan vind ik voor A niet de gepaste hoek, zou eigenlijk voor cosA moeten hebben -1/sqrt(10), maar waar zit dan mijn fout?

Vanneste Diana
5-6-2007

Antwoord

dag Vanneste,

Het is mij een raadsel hoe je uit de coördinaten van A, B en C tot jouw richtingen gekomen bent.
A(1,5)
B(1,-2)
dan is rich(AB) toch gelijk aan (1-1,-2-5) ofwel (0,-7), wat je dan weer kunt vereenvoudigen tot (0,-1)
Lukt het dan?
groet,

Anneke
5-6-2007


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#51206 - Goniometrie - 3de graad ASO