WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op maandag 29 april 2024

Inductie?

Hai Wisfaq,

Ik moet laten zien dat voor alle nÎ geldt:
(1/4)n2(n+1)2-(1/4)n2(n-1)2=n3

(Misschien met Iductie?)

en geef met behulp hiervan een korte uitdrukking voor de som 13+23+33+43+...+n3.

Met een paar hints zou ik al heel blij zijn.

Liefs
Amy

Amy
11-12-2004

Antwoord

Geen inductie maar gewoon uitwerken:
1/4·n2·(n+1)2-1/4·n2·(n-1)2= 1/4·n2·{(n+1)2-(n-1)2}= 1/4·n2·4n = n3
43+33+23+13 is nu volgens de bovenstaande regel ook
1/4·42·52-1/4·42·32+ 1/4·32·42-1/4·32·22 + 1/4·22·32-1/4·22·12 + 1/4·12·22-1/4·12·02
En als je dat eens goed bekijkt valt bijna alles weg. Nu moet je wel zien wat er aan de hand is.

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
11-12-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#31201 - Rijen en reeksen - Student hbo