WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 3 mei 2024

Gelijkvormigheid

Ik heb morgen een repetitie wiskunde over het onderwerp gelijkvormigheid maar ik snap het niet helemaal.
Hoe kan ik nou zien of ze gelijkvormig zijn?

leoni
3-11-2004

Antwoord

Ik neem aan dat je 't over driehoeken hebt. Twee driehoeken zijn gelijkvormig als de overeenkomstige hoeken gelijk zijn!

voorbeeld

Hier is DDEC gelijkvormig met DBAC. Waarom?
Omdat:
ÐD=ÐB (Z-hoeken)
ÐE=ÐA (Z-hoeken)
ÐDCE=ÐBCA (overstaande hoeken)

voorbeeld

Hier is DPQC gelijkvormig met DABC. Waarom?
Omdat:
ÐP=ÐA (F-hoeken)
ÐQ=ÐB (F-hoeken)
ÐC=ÐC (dezelfde hoek)

Hopelijk is dat wat je bedoelde en maakt het ietsje duidelijker.

Op Oefenopgaven gelijkvormigheid kan je nog wat oefenopgaven vinden met antwoorden.

WvR
3-11-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#29478 - Vlakkemeetkunde - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo