WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op woensdag 8 mei 2024

Oplossen van logaritmische vergelijkingen

Hallo,

Ik ben met wiskunde bezig met het oplossen van logaritmische vergelijkingen,maar ik begrijp er eerlijk gezegd echt helemaal niets van misschien dat u me een steuntje in de rug kunt geven en wat informatie kunt geven hoe ik het best te werk kan gaan?het gaat om dit soort sommen:Los op:3log x=2*3log5
:3log x=3log5+3log2
:5log x=3*5log2-2*5log3

Marusch
13-9-2004

Antwoord

Beste,

Dat je er niets van begrijpt komt waarschijnlijk omdat je de rekenregels voor logaritmen niet (goed) beheerst.

1. 3Log x = 2·3Log 5

Het rechterlid kan je schrijven als: 3Log 52
3Log x = 3Log 25
Hier pas je toe de algemene regel:
gLog an= ngLog a

2. 3Log x = 3Log 5 + 3Log 2
Het rechterlid kan je schrijven als: 3Log 5·2
3Log x = 3Log 10
Hier pas je toe de algemene regel:
gLog a + gLog b = gLog a·b

3. 5Log x = 5Log 8 - 5Log 9
Het rechterlid kan je schrijven als:
5Log 8/9
5Log x = 5Log 8/9
Hier pas je toe de algemene regel:
gLog a - gLog b = gLog a/b

Vriendelijke groet

pl
13-9-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#27320 - Logaritmen - Leerling bovenbouw havo-vwo