0 = 1
1 = 0
2 = 0.5
3 = 0.5 + 0.5
4 = 0
5 = 0.5
6 = 1 + 0.5
7 = 0
8 = 1 + 1
9 = 1 + 0.5
10 = 1
11 = ?
13 = ?
26 = ?Guido
28-6-2004
Hoi,
Dit doet me een beetje denken aan mijn studententijd, toen we de pagina's van ons zangboek (codex) gecodificeerd moesten opdreunen tijdens de cantussen...
Het was iets van:
0 = gat
1 = stok
2 = zwaan
3 = half gat van boven, half gat van onder
4 = vlag
...
Dan stopt de analogie, maar we kunnen tenminste de code tot en met 9 snappen:
0 = een gat (code 1)
1 = een stok (code 0)
2 = een halve cirkel (code 0.5)
3 = 2 halve cirkels (0.5+0.5)
4 = een stok (0)
5 = een halve cirkel (0.5)
6 = een gat en een halve cirkel (1+0.5)
7 = een stok (0)
8 = 2 gaten (1+1)
9 = een gat en een halve cirkel (1+0.5)
Hoe het verder moet is niet 100% duidelijk, maar op basis van ons enige feit met meer dan 1 cijfer, kan ik bijvoorbeeld aannemen dat enkel het laatste cijfer telt:
10=0=(1)
11=1=(0)
13=3=(0.5+0.5)
26=6=(1+0.5)
Groetjes,
Johan
andros
28-6-2004
#25865 - Puzzels - Ouder