WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Berekening van Re(z) en Im(z)

Ik heb een herkansing voor een tentamen en nou kom ik er niet meer uit hoe ik Re(z) en Im(z) moet berekenen. gegeven is z=2e^(i(p/3)) Kunnen jullie mij helpen hoe ik dit bereken. Bedankt alvast

Ronald Tienkamp
20-6-2004

Antwoord

Een complex getal is op twee manieren te schrijven:

1. als a + i.b (met a het "reële" en b (niet i.b) het "imaginaire" gedeelte; (merk op dat zowel a als b Î zijn en niet van . i.b is wèl Î)

2. als r.ei.q
met zowel r als q Î (dwz beide reële getallen).
r wordt de "norm" genoemd, en stelt de lengte voor die de vector heeft in het complexe vlak.
q wordt de fasehoek genoemd.

De clou is nu dat ei.q gelijk is aan
cosq + i.sinq

(dus jouw ei.p/3 = cos(p/3) + i.sin(p/3)
= 1/2 + i.1/2Ö3)

Maar jouw opgave ging eigenlijk over 2ei.p/3.
dat is dus gelijk aan 2.(cos(p/3) + i.sin(p/3))
= 2.(1/2 + i.1/2Ö3)
= 1 + i.Ö3

hieruit volgt dat het reële gedeelte Re(z)=1 en dat het imaginaire gedeelte Im(z)= Ö3

groeten,
martijn

mg
20-6-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#25641 - Complexegetallen - Student hbo