WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 28 maart 2024

De variantie van X

k	k-u	(k-u)²		P(X=k)	  P(X=k)·(k-u)²
0 -3 9 0 0
1 -2 4 0,15 0,6
2 -1 1 0,2 0,2
3 0 0 0,3 0
4 1 1 0,2 0,2
5 2 4 0,15 0,6
6 3 9 0 0
Hoe komen ze aan de 4de kolom als gegeven is dat (de verwachtingswaarde) m = 3? p(X=k)? En hoe komen ze aan m = 3? Berekenen ze die of is dat gegeven?

Barry
10-12-2003

Antwoord

Je moet de kansen op een uitkomst steeds vermenigvuldigen met die bewuste uitkomst en vervolgens alles optellen. Daarmee hou je dus automatisch met de frequentie waarmee een uitkomst kan voorkomen.

Tja, en wat die kansen betreft, daar kan ik natuurlijk niks over zeggen. Die zijn óf gegeven óf volgen uit het experiment dat bij deze opgave hoort.

MBL
10-12-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#17379 - Kansrekenen - Student hbo