In een geschenkwinkel zijn er opendeurdagen. Elk artikel is met 16 BEF afgeprijsd. Judith koopt er voor 910 BEF een aantal stripverhalen. De volgende week heeft ze echter spijt van deze aankoop en brengt ze de artikelen terug naar de winkel. De winkelbediende neemt de blaadjes zonder problemen aan en betaalt haar haar geld terug.
Tot Judiths verbazing houdt de winkelbediende echter geen rekening met de korting van de opendeurdagen, zodat ze meer dan 910 BEF terugkrijgt. Judith wil haar dankbaarheid tonen en besluit het geld onmiddellijk weer te besteden. Voor de prijs van één stripverhaal kan ze één handdoek en één washandje aanschafen (alle prijzen zijn nu zonder korting).
Uiteindelijk verlaat Judith de winkel met 16 artikelen meer dan toen ze er aankwam. Omdat de washandjes slechts 27 BEF per stuk kosten, heeft ze zes washandjes meer dan handdoeken bij. Hoeveel zou Judith voor deze washandjes en handdoeken betaald hebben tijdens de opendeurdagen?Van Gils Els
28-9-2003
Stel
Ps = prijs van een stripverhaal zonder korting
Ph = prijs van een handdoek zonder korting
Pw = prijs van een washandje zonder korting
Ns = aantal gekochte stripverhalen
Nh = aantal gekochte handdoeken
Nw = aantal gekochte washandjes
Uit het hele verhaal zijn 6 vergelijkingen af te leiden
(Ps-16).Ns = 910
Ps = Ph + Pw
Ns + 16 = Nh + Nw
Pw = 27
Nw = Nh + 6
Ps.Ns = Ph.Nh + Pw.Nw
Kan je hieruit nu de zes onbekenden afleiden?
cl
2-10-2003
#14725 - Vergelijkingen - Student hbo