WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 28 maart 2024

Re: Statistisch onderbouwen onderzoek

Beste JaDex,

Het totale aantal 1956 zijn de totalen van 3 vmbo scholen. Op die school zaten 1956 leerlingen en er hebben 442 leerlingen een vragenlijst ingevuld. Het is een soort onderzoek naar de keuze's die leerlingen maken op het vmbo, namelijk de sector keuze en vak-keuze. We hebben vragen gesteld als: De gegevens die we uiteindelijk krijgen zijn geen getallen waar je mee kan rekenen de vragen zijn gesteld voor de mening van de leerlingen te krijgen. De gegevens verwerken we in SPSS een statistisch programma, maar dat zal u waarschijnlijk beter dan ik. Een conclusie is bijv. dat van degene die techniek kiezen de excursies een grote rol spelen bij de keuze voor een sector. (waarschijnlijk omdat ze praktischer zijn ingesteld dan andere leerlingen)

Dit is ons onderzoek en dit is wat we willen onderbouwen mits dit mogelijk is.
Alvast bedankt voor de hulp en vorige reactie en hopelijk wilt u nog een keer reageren.

Hans
7-5-2003

Antwoord

Dat zegt voldoende.

Stel je hebt een valse dobbelsteen, je weet niet wat de kans op een 6 is. Met die dobbelsteen kun je oneindig vaak gooien. Maar na een een paar duizend worpen kun je aardig schatten wat de kansen bij deze dobbelsteen zijn.

Dat betekent ook dat je niet alle leerlingen hoeft te ondervragen om een behoorlijk goed beeld te krijgen van wat er in de populatie leeft. Bij alle genoemde vragen gaat het eigenlijk om percentages. Bijvoorbeeld: hoeveel % kiest voor een bepaalde sector?

Statistische uitspraken doe je nooit met 100% zekerheid maar bijvoorbeeld met 95% betrouwbaarheid. Dat wil zeggen 95% zekerheid dat jouw uitspraken straks ook waar zullen zijn. Die betrouwbaarheid kies je zelf.

Nu vind je in je steekproef een bepaald percentage (bijvoorbeeld 45%) dat kiest voor een bepaalde sector. Dat is een steekproefresultaat. Vervolgens kun je je afvragen hoever het nu in werkelijkheid maximaal kan afwijken van wat jij gevonden hebt. Daar is een formule voor namelijk:
marge in schatting van percentages = z·Ö(p·(1-p)/n)

De grootste afwijking krijg je bij p=50%, die z waarde is 1,96 (komt uit die 95% betrouwbaarheid) en de n is jouw respons (dus 442). Dat levert op:
marge in schatting van percentages = 1,96·Ö(50·50/442)=4,6614
Dat betekent dus dat een werkelijk percentage dan maximaal 4,6614% kan afwijken van hetgeen jij in je steekproef hebt gevonden.

Maar het wordt nog mooier. Omdat je een eindige populatie (N=1956) hebt en een hele grote steekproef (n=442) hebt mag je de marge nog een keer verkleinen door te vermenigvuldigen met de eindige populatie correctiefactor deze is Ö[(N-n)/N-1)]=Ö[(1956-442)/(1956-1)]=0,88.

De gecorrigeerde marge wordt dan 4,6614%·0,88 = 4,1%
Dat betekent dus dat een werkelijk percentage (in de populatie) maximaal 4,1% kan afwijken van het bijbehorende percentage dat jij uit je steekproef haalt. Dit heet de (on)nauwkeurigheid.

Samenvattend: je betrouwbaarheid is 95% en de (on)nauwkeurigheid (bij percentage uitspraken) bedraagt maximaal 4,1%

Even nog het kattebelletje:Ongeacht of je de keuze hebt tussen twee antwoorden of tussen vijf antwoorden het kan altijd zo zijn dat 50% van de ondervraagden een bepaald antwoord geeft.
Bij voorbeeld als je vraagt: sport je....... O ja O nee
Dan kan 50% ja antwoorden, maar het zou ook 70% kunnen zijn,
Als je vraagt hoe tevreden ben je over de hulp van Wisfaq:
O zeer ontevreden O ontevreden O neutraal O tevreden O zeer tevreden
Dan zijn dit 5 antwoordmogelijkheden maar het kan best zo zijn dat 50% zeer tevreden is. Bij die 50% is de marge het ongunstigst. Het kan bij elke vraag dus zo zijn dat een antwoordmogelijkheid door 50% van de ondervraagden wordt genoemd. Die 50% bedoel ik en dat gaat dus op voor alle vragen uit jouw lijstje.

Met vriendelijke groet,

JaDeX

jadex
8-5-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#10664 - Statistiek - Leerling mbo