WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 4 mei 2024

Afgeleide en uitwerking

Ok, ik kom met het uitwerken van de afgeleide van
f(x)=(x²+1)4·(x²-1)3 niet veel verder dan:

(2x · 4(x2 + 1)3 · (x2 - 1)3) + (2x · (x2 + 1)4 · 3(x2 - 1)2.

Alleen ik moet en zal (van mezelf) er nog 2x(7x2 -1)(x2 + 1)3(x2 - 1)2 van maken (wat het boek doet), maar het lukt me niet...

Kan iemand me op weg helpen?

Bij voorbaat dank.

Martijn Leegte
22-4-2003

Antwoord

Probeer zo groot mogelijke factoren buiten haakjes te halen!

2x·(x2+1)3·(x2-1)2·[4·(x2-1)+(x2+1)·3]=
2x·(x2+1)3·(x2-1)2·[4x2-4+3x2+3]=
2x·(x2+1)3·(x2-1)2·[7x2-1]=
2x·(x2+1)3·(x2-1)2·(7x2-1)

Waarbij de moeilijke stap zit bij de eerste stap! Kijk er maar eens goed naar en probeer het te doorgronden!

WvR
22-4-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#10183 - Differentiëren - Student universiteit