Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

2. Optellen en aftrekken

Optellen en aftrekken in het achttallig stelsel in niet anders dan optellen en aftrekken in het decimale stelsel. Maar de getallen zijn wel anders en dat is even wennen.

Optellen

Hoe tel je op in het decimale stelsel?

  • 12+13 is gelijk aan 25. Je doet dan 12+10=22 en 22+3=25.
  • 26+47 is gelijk aan 73. Je doet 26+40=66 en 66+7=73.

Hoe tel je op in het achttallig stelsel?

  • 12+13 is gelijk aan 25. Je doet dan 12+10=22 en 22+3=25.
    Niets aan hand...:-)
  • 26+47 is gelijk aan 75. Je doet 26+40=66 en 66+7=75.
    Dat is misschien niet zo vanzelfsprekend? 's Kijken... 66 plus 7... Als je doortelt dan krijg je 67, 70, 71, 72, 73, 74 en tenslotte 75. Dus dat klopt wel... Je kunt ook zeggen dat je van die 7 eerste aanvult tot 70 en dan houd je nog 5 over, dus wordt het antwoord uiteindelijk 75.

Opgave 1

Probeer zelf maar 's of dat lukt:

  • 34+56=112
  • 66+66=154

Gebruik eventueel de rekenmachine van windows om te oefenen!

Aftrekken

Aftrekken in het decimale stelsel:

  • 53-21 geeft 53-20=33 en 33-1=32
  • 63-36 geeft 63-30=33 en 33-6=27

Aftrekken in het achttallig stelsel:

  • 53-21 geeft 53-20=33 en 33-1=32
    Niet aan de hand:-)
  • 63-36 geeft 63-30=33 en 33-6=25
    Eh!? Eerst 3 eraf: 33-6=30-3=25
    Vanaf 30 tel je af... 30, 27, 26 en dan 25.
    Snap je?

Opgave 2

Probeer maar 's of dit lukt:

  • 53-36=15
  • 55-46=7

©2004-2024 WisFaq