Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Antwoorden

  1. Deze kans is 1-P(0 kop)-P(1 kop) = 1-0,510-10·0,510$\approx$0,989

  2. Omdat 3 en 'even' disjuncte gebeurtenissen zijn is de kans hier wel 2/3.

  3. Wat is de kans dat je een vijf of even gooit met twee dobbelstenen?

    De vraag is eigenlijk slordig geformuleerd. We nemen aan dat bedoeld wordt dat er minstens één vijf bij moet zitten of dat het totaal aantal even is.

    Bij kansproblemen met twee dobbelstenen is het maken van een tabel altijd handig:

    1 2 3 4 5 6
    1 2 3 4 5 6 7
    2 3 4 5 6 7 8
    3 4 5 6 7 8 9
    4 5 6 7 8 9 10
    5 6 7 8 9 10 11
    6 7 8 9 10 11 12

    Elk vakje stelt een worp voor. Je kunt nu gaan tellen welke worpen aan de voorwaarde voldoen.
    Je krijgt dan de volgende tabel:

    1 2 3 4 5 6
    1 2 3 4 5 6 7
    2 3 4 5 6 7 8
    3 4 5 6 7 8 9
    4 5 6 7 8 9 10
    5 6 7 8 9 10 11
    6 7 8 9 10 11 12

    De blauwe vakjes zijn allemaal even worpen en de rode vakjes zijn de worpen met een vijf erin.
    De groene vakjes voldoen aan beide voorwaarden. De gekleurde vakjes voldoen aan de voorwaarden. Of je gooit een vijf of een even totaal aantal.
    Er zijn 24 gekleurde vakjes, van de 36. Dus de kans op een vijf of een even getal is 24/36 =2/3.

  4. P(1 kop) = 3/8

  5. P(minstens 1 kop) = 1 - P(0 kop) = 1 - 1/8 = 7/8


©2004-2024 WisFaq