De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Oplossen logaritmische vergelijking

ik heb deze opgave en ik heb geen idee hoe ik hem moet aanpakken.

5log(x-5)=5,59

Kunt u helpen?

Carmen
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 10 november 2015

Antwoord

Hallo Carmen,

Let goed op of het getal 5 voor de log-functie bedoeld is als 'vermenigvuldiging met 5' of als grondtal van de logaritme. Als deze 5 bedoeld is als grondtal, dan is de juiste notatie:

5log(x-5)=5,59

Volgens de definitie van een logaritme (zie Rekenregel L1 voor logaritmen) geldt dan:

x-5 = 55,59
x = 55,59 + 5

Volgens jouw notatie moet log(x-5) worden vermenigvuldigd met 5 (dat kan heel goed de bedoeling zijn). Dan is er geen grondtal van de logaritme genoemd, in dat geval wordt als grondtal 10 bedoeld. Dan is de juiste uitwerking:

5·log(x-5) = 5,59
log(x-5) = 5,59/5
log(x-5) = 1,118
x-5 = 101,118
x = 101,118 + 5

OK zo?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 10 november 2015



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3