De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Tabel, betrouwbaarheid en foutmarges

Zou iemand mij willen helpen met een vraag van statistiek. Alleen heeft deze vraag een tekening die hiervoor belangrijk is, kan mss iemand zijn email adres doorgeven zodat ik deze tekening kan doorsturen, want via deze weg kan ik geen afbeelding doorsturen, alvast bedankt...


simon
3de graad ASO - woensdag 15 januari 2014

Antwoord

Hallo Simon,

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, is het inderdaad belangrijk om precies te begrijpen hoe je deze tabel moet lezen. Vraag 1 is dus erg nuttig.

De tabel gaat over kansproblemen met maar twee mogelijke uitkomsten: ja/nee, jongen/meisje, kop/munt enz.

1.
Stel nu: je vraagt aan 200 mensen of ze het eens zijn met een plan.(steekproefgrootte=200). 40 mensen antwoorden 'ja', 160 mensen antwoorden 'nee'. Dan antwoordt 20% 'ja'. Je mag nu niet zomaar concluderen dat 20% van alle mensen met 'ja' zouden antwoorden, dit zou ook best 19% of 22% kunnen zijn. (Het zou ook 40% kunnen zijn, maar je voelt wel aan dat de kans hierop niet zo groot is.)
Het getal 7 geeft aan dat je met 95% zekerheid kan zeggen dat het werkelijke percentage 'ja'-stemmers binnen een gebied ligt van 7%: in dit geval dus tussen 16,5% en 23,5%.

2.
Hier mag je zelf over nadenken. Hint: stel dat je opnieuw een simulatie uitvoert. Verwacht je dan precies dezelfde uitkomsten?

3.
Herhaling van vraag 1:
Steekproefgrootte: 1001
Percentage 'ja'-stemmers: 58%
In de tabel kijken we in de kolom 'steekproefgrootte=1000' en de rij 'populatieportie=60%', want deze waarden liggen het dichtst bij de gevonden waarden. We vinden als foutenmarge: 4% (dus +/-2%).
Een passend betrouwbaarheidsinterval is dus 58 +/-2, dus 56% tot 60%.

4.
Dit is wel mogelijk, maar omdat 64% buiten het betrouwbaarheidsinterval ligt, is de kans hierop kleiner dan 5%.

5.
Deze vraag mag je zelf doen: deze gaat op dezelfde wijze als vraag 1 en 3.

Lukt het hiermee?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 16 januari 2014



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3