De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Een kokerbalk

Van een kokerbalk is gegeven A=4400 vierkante mm.
(A=Opp., t=Wanddikte, l=Lengte, b=Breedte)
Verhoudingen:
t=1/8·b
l·b=2·1
Gevr.:Lengte, Breedte en de Wanddikte van de kokerbalk

Robert
Ouder - vrijdag 31 januari 2003

Antwoord


q7107img1.gif

Er zijn 3 variabelen, dus zou je 3 vergelijkingen op moeten kunnen stellen:
l=2·b
t=1/8·b
2·l·t+2·(b-2t)·t=4400

De laatste was het moeilijkst, lijkt me. Ik heb de oppervlakte van het blauwe stuk verdeeld in twee stukken van l bij t en twee stukken van b-2t bij t. Samen moeten ze 4400 zijn.

We hebben nu wel een beetje geluk. In de laatste vergelijking kunnen we l en t beide vervangen door een uitdrukking in b.

Resultaat:
2·2b·1/8·b+2·(b-2·1/8·b)·1/8·b=4400

..en als we die oplossen weten we b, t en l. Eerst zelf proberen? Lukt het niet, dan horen we het wel!

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 1 februari 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3