De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Stelsel over machines

Een klein metaalbedrijfje heeft 3 machines voor het modelleren en 4 machines voor het bedraden van bouten. Er worden 2 types van bouten geproduceerd: om een lot (1000 stuks) van type A te produceren moet men 3 minuten modelleren en 5 minuten bedraden, voor type B is dit 10 minuten voor beide.
Hoeveel loten van elk type moet men per uur produceren om de machines voltijds te benutten?

jelle
3de graad ASO - donderdag 23 oktober 2008

Antwoord

a: het aantal loten van type A
b: het aantal loten van type B

Er geldt:

3·a+10·b$\leq$180 (modelleren)
5·a+10·b$\leq$240 (bedraden)

q56866img1.gif

Dat snijpunt is het punt waarbij alle machines volledig gebruikt worden. Dus bereken de coördinaten van het snijpunt.

Zou dat lukken?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 26 oktober 2008



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3