De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vraagstuk afgeleide

Een gemeente wil een rechthoekig zwembad met een oppervlakte van 360m2 laten aanleggen. Aan één zijde van het zwembad moet een terras komen met een breedte van 8m en langs de andere drie kanten tegelpaden met een breedte van 2m. Om dit plan uit te voeren zal de gemeente een rechthoekig stuk grond aankopen. Bij welke afmetingen van zwembad zal de oppervlakte van het stuk grond zo klein mogelijk zijn?

Nu het is niet zozeer mijn vraag hoe je dit doet, want opgelost heb ik ze zo goed als (namelijk, de uitkomsten zijn 30m op 12m). Het probleem is enkel, dat ik totaal vergeten ben hoe ik aan mijn functie ben gekomen (ja ik weet het, dom van me). Ik kan er echt niet meer opkomen. Als functie had ik gevonden:

(lzwembad + 8)breedtezwembad = 360 + 8bterras
= (lz+10)(bz+4) = 360 (=totale oppervlakte).

Kan iemand me alsjeblieft even op de kop slaan en zeggen hoe ik hier weer aan kwam?

Caroli
3de graad ASO - dinsdag 30 september 2008

Antwoord

Tekening dan maar!?

q56625img1.gif

q56625img2.gif

Maar dat is dan niet gelijk aan 360. Maar nu kun je er wel verder mee denk ik.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 30 september 2008



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3