De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Exponentiële vergelijking oplossen

hallo!
ik zit in 6 latijn wetenschappen en ik geraak hier maar niet uit:
2^(X+3)+ 4^(X+1)=320

ik weet dat je dat allemaal schrijven als een macht van 2:
2^(X+3) + 2^(2X+2) = 5.2^6
maar dan zit ik vast, je mag die toch niet zomaar optellen of zomaar log van nemen?

heel hard bedankt!!

Lies
3de graad ASO - woensdag 28 november 2007

Antwoord

Dag Lies,

Het is goed dat je die 4 ook als macht van twee ziet (voor die 320 is de ontbinding niet echt nodig).

Als je er nu nog aan denkt dat 22x=(2x)2 dan kom je er allicht wel uit: stel y=2x en je bekomt de tweedegraadsvergelijking
8y+4y2=320.

Los op naar y, en vind zo de x die daarbij hoort, dat is de oplossing.

Groeten,
Christophe.

Christophe
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 28 november 2007



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3