De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Zero-knowledge protocol

Ik probeer het zero knowledge protocol te begrijpen, maar ben bang dat ik iets niet snap. Ik probeer het steeds met voorbeelden maar kom er niet. Zal het proberen de vraag zo duidelijk mogelijk te formuleren.

Ik ga hier van een scenario uit op een chipknip.

- De bank heeft 2 Priemgetallen stel p en q.
- Nu is er een m = p · q die gebruikt wordt voor modulair rekekenen.
p en q zijn geheim. M is vrij gegeven.

Nu krijgt ieder een identificatie nummer I, het getal I is een kwadraat modulo M.
Het getal i is een wortel van I (en staat op de chipknip)
Nu staat er het getal i wordt bepaaldt met behulp van de geheime priemgetallen p en q?

Nu ben ik de draad kwijt hoe wordt die i nu bepaald?

Chris
Student hbo - woensdag 30 oktober 2002

Antwoord

Hoi,

Ik herinner me een artikel uit het tijdschrift Pythagoras uit november 1989 van Jan van de Craats, genaamd 'Modulair Worteltrekken'. Het artikel staat blijkbaar niet on-line

Zie Pythagoras archief.

Ik vermoed trouwens dat hij refereert naar jouw artikel. In datzelfde boekje staat er ook een verwant artikel van Klaas Lakeman: 'Je knip op een magneetstrip'.

(vervolg)Bij nader toezien past Jan van de Craats ook voor de kernvraag... Ik vermoed dat je in de hogere algebra eens moet gaan zoeken (eigenschappen van generatoren van groepen/ringen modulo p enzomeer)

Jan van de Craats heeft ook een goed leesbaar boekje over dit onderwerp:"Pasjes en Pincodes" is de titel. Uitg. Aramith,1991,112 blz. ISBN 90 6834 084 0 (met dank aan J.C.Smit).

Groetjes,
Johan

andros
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 8 november 2002



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3