De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vergelijkingen met 2 onbekende oplossen

ik heb de volgende vergelijkingen.
10= -112.a + 44.b en
10= 44.a - 8.b

Hoe los ik hieruit a en b uit op.
Ik moet uitkomen op a = 1/2 en b =1,5
Maar alles wat ik probeer kom ik niet verder dan
a.3 = b

danny
Student hbo - woensdag 27 september 2006

Antwoord

Beste Danny,

Ik begrijp dat je uit de gegeven vergelijking kan afleiden dat 3a = b? Vervang dan b door deze uitdrukking (namelijk 3a) in één van beide vergelijkingen.
Je houdt nu een vergelijking over met maar één onbekende, namelijk b, dus die kan je oplossen naar b.
Eens je b hebt, heb je via 3a = b Û a = b/3 ook a gevonden.

mvg,
Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 27 september 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3