De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Hulpschema plussen en minnen

dag, ik kan me herinneren dat -8 + -8 = 16. -8 + 8 = 0.
-8 - -8 = ? en -8 - +8 = ? er is toch een schema hiervoor? nergens te vinden. ik las ergens wel dat het soms min en soms plus is, maar dat geloof ik niet. dat antwoord was gebaseerd op de uitkomst, dus als de uitkomst een mingetal was dan was het min. Maar het gaat er toch om of er uiteindelijk wordt opgeteld of afgetrokken? tevens mijn 2e vraag, als -8 -16 wordt, wordt er dan afgetrokken of juist opgeteld? ik neem aan opgeteld in de mincategorie maar op zich wordt er afgetrokken?

p.s. het schema van bv - - + = ? etc..
hoe wordt trouwens een - of plus genoemd? een soort aangever.. zoals klinker en medeklinker bij letters...

wie helpt mij?

bedankt!

trie
Iets anders - donderdag 31 augustus 2006

Antwoord

Hallo Trie,

Die plussen en minnen worden voor twee dingen gebruikt: als teken dat er opgeteld of afgetrokken moet worden, en ook als 'identiteitsteken' voor een positief danwel negatief getal.
Bij iets als 2+2= geeft het plusteken aan dat er opgeteld moet worden.
Bij iets als 5+-3= geeft de plus aan dat er opgeteld moet worden, de min geeft aan dat 3 een negatief getal is.
Bij iets als -7+-5= zijn de minnen dus 'ídentiteitstekens', de plus geeft aan dat er opgeteld moet worden.

De afspraak is overigens dat alleen de negatieve getallen een teken krijgen, de positieve getallen niet.

voorbeeld: 4+2 is het optellen van een positief bij een positief getal.
6-3 is het aftrekken van een positief van een positief getal.
8+-4 is het optellen van een negatief bij een positief getal.
-7+-1 is het optellen van een negatief bij een negatief getal.
-5--6 is het aftrekken van een negatief getal van een negatief getal.
De laatste drie worden voor de duidelijkheid vaak met haakjes geschreven:
8+(-4) resp (-7)+(-1) resp (-5)-(-6)

Van deze drie vormen ook wat rekenvoorbeelden.
Stel, je hebt twee bankrekeningen. Op de ene sta je 700 euro positief, op de andere 300 euro negatief. Je totale bezit is dus: 700+(-300)=400
Je neemt 200 euro op van de negatieve rekening. Daar komt dus -200 bij. Je saldo wordt dan: (-300)+(-200)= -500
Wat later wil je het totaal van de rekeningen 500 euro maken. Dat kan op twee manieren: vermeerderen van het bezit: 700+300=1000 en 1000+(-500)=500, of verminderen van de schuld: (-500)-(-300)= -200 en 700+(-200)=500.

700+(-300) komt dus op hetzelfde neer als 700-300
Zo ook:
(-300)+(-200)= -300-200
(-500)-(-300)= -500+300

vriendelijke groet,

pl
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 1 september 2006
 Re: Hulpschema plussen en minnen 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3