De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Vereenvoudiging van formules in oefeningen

 Dit is een reactie op vraag 43819 
Hallo Tom, Ik zou hier liever het eerste lid ontwikkelen, omdat na ontbinding in factoren de 1 simpson regelt zich aandient en ik die gemakkelijker te hanteren vind dan de é de simpson regel (zie 2 de lid)Dit is een persoonlijke visie natuurlijk en is bedoeld als alternatief.
dus:
(sin2a-sina)(sin2a+sina)=
2cos(3a/2)sin(a/2)2sin(3a/2)cos(a/2)=
(2sin3a/2cos3a/2)(2sina/2cosa/2=
sin3a.sina=
2 de lid
Maar eigenlijk wou ik vragen of je bij identiteiten(of formules) van het ene naar het andere lid werkt tot je er bent,wat meestal gebruikelijk is,maar mag men ook beide leden uitwerken tot men een nieuwe identiteit met beide leden gelijk bekomt??
Vriendelijke groeten,
Rik

lemmen
Ouder - woensdag 22 februari 2006

Antwoord

Beste Rik,

Je alternatief is prima, kwestie van voorkeur (of van wat je als eerste ziet gewoon... )

Wat je laatste vraag betreft, ook dat is mogelijk en het hangt volledig af van de opgave wat het meest aangewezen is, het ene lid omwerken naar het andere (dan is er nog de keuze tussen rechts en links) of beiden omschrijven naar een gemeenschappelijk resultaat.
Dit laatste komt, bij mij althans, eerder onbewust voor dan bewust: je begint een lid uit te werken tot je 'vast' zit, je gaat verder met het ander lid en komt (hopelijk) tot eenzelfde uitdrukking. In ieder geval, het mag zeker maar komt wel minder voor.

mvg,
Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 22 februari 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3