De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Veeltermfunctie meerkeuzevraag

Welke van de volgende beweringen over de veeltermfunctie
f : x -- 6ac x3 + 4bc x2 + 9ad x + 6 bd
is NIET juist?
  1. Als a = 0 en bcd is niet 0 dan heeft de veeltermfunctie hoogstens 2 nulpunten.
  2. Als 2c+3d=0 dan heeft de veeltermfunctie +1 en -1 als nulpunten.
  3. Als cd0 dan heeft de veeltermfunctie 2 tegengestelde nulpunten.
  4. Als a=2 dan heeft de veeltermfunctie -b/3 als nulpunt.
Ik ben er al achter gekomen dat A en D kloppen. Het antwoord gaat C zijn maar ik weet niet hoe je eraan komt dat C fout is en B juist.
Vriendelijke groet

Pieter
Student universiteit België - zaterdag 4 juni 2005

Antwoord

Beste Pieter,

Los de vergelijking uit b (2c+3d = 0) op naar (bijvoorbeeld) c en substitueer de gevonden uitdrukking in de veelterm. Je zal dan zien dat je die veelterm kan ontbinden in factoren, (x-1) en (x+1) zullen factoren zijn en 1 & -1 zullen de nulpunten zijn.

Ik herinner je eraan dat een veelterm deelbaar is door (x-1) (en dus 1 als oplossing heeft) als de som van de coëfficiënten gelijk is aan 0. Voor deelbaarheid door (x+1), en dus -1 als oplossing, is de regel dat de som van de coëfficiënten in de even machten van x gelijk moet zijn aan de som van de coëfficiënten in de oneven machten van x.

C is dan fout door uitsluiting uiteraard

mvg,
Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 4 juni 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3