De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Standaardfout en t-toets

Hallo,

Ik heb data van 9 meren van de chlorophyll concentratie op verschillende diepte. Er is gebruik gemaakt van de FluoroProbe, een (duits) apparaat dat met een soort filter kan werken waardoor het de invloed van het organisch materiaal in het water eruit kan halen en zo de "echte" waarde van de chlorofyl-concentratie geeft.
Het geeft de waarde zoals het apparaat meet en de (steeds lagere) waarde waarbij het filter is gebruikt. Aan mij nu de taak om te kijken of er een relatie is tussen deze 2 waarden en hoe groot deze is. En of je kan zeggen of er bij een meer met een lage DOC-waarde een andere relatie is (en hoe groot?) dan bij een meer met een hoge DOC-waarde. (DOC is het organisch materiaal in het water) De meestal hogere waarden zonder filter zijn de uncorrected en de waarden met filter zijn de corrected data.

Het is de bedoeling dat ik de SD bereken van alle relaties (corrected/uncorrected) per meer. En vervolgens de SD-error. Voor de SD-error heb ik de t nodig. (volgens de formule t·s/Ön) Maar de tabel gaat tot 100 vrijheidsgraden. Hoe moet dat als ik data heb met meer dan 1000 waarden per meer? Moet ik dan overgaan naar de gewone verdeling? Ik heb ook gegevens van meren met maar 23 metingen, dus dan zou ik de t-toets moeten toepassen? Kan je de gegevens toch vergelijken ondanks dat je een andere toets toepast?
Wat is het nut dat ik weet wat de standard error is? Waarom zou je de afwijking van het gemiddelde willen weten?

Ik hoop dat mn vraag een beetje duidelijk is. Alvast bedankt!

Cathelijne

Cathel
Student hbo - maandag 18 oktober 2004

Antwoord

Onduidelijk is hoe je proefopzet is. Heb je van elk experiment zowel een meting met als zonder filter ?? Dat zou eigenlijk wel aan te raden zijn lijkt me.
Daarnaast heb je metingen van 9 verschillende meren. Het kan zijn dat een filter in de dode zee andere eigenschappen heeft dan in het ijselmeer. Dus ook de eventuele invloed van de verschillende meren moet je onderzoeken.
Het lijkt me dat je in het totaal vrij veel metingen per meer hebt. Waarbij het minumum in één meer op 23 uitkomt.

Om een antwoord te geven op jouw vraag. Bij grote n is de t-waarde nagenoeg gelijk aan de z-waarde dan zou je voor die t-waarde dus gewoon die z-waarde kunnen gebruiken.
Ook kun je de t-waarde voor grote n best zelf bepalen. Gebruik hiervoor het programmaatje Visustat.
Bij een n van 500 en eenzijdige onbetrouwbaarheid van 0,05 geeft dit programma een t-waarde van 1,64791 terwijl de bijbehorende z-waarde 1,64485 bedraagt.

Computerprogramma's zullen doorgaans die t waarden automatisch aanpassen, dus snap ik de relevantie van je vraag niet helemaal. Vervolgens is het zaak om te kijken naar je opzet. Heb je telkens twee metingen (een met en een zonder filter), moet je dan niet kijken naar een t-toets voor gekoppelde waarnemingen ?? En zou het mischien handig zijn om op de verschilwaarden een variantieanalyse uit te voeren om te kijken of de verschillende meren verschillende effecten op het gebruik van het filter hebben ??

Tja, je ziet, meer vragen dan antwoorden. In ieder geval raad ik je aan om SPSS te gebruiken, dan ben je van een aantal problemen af.

Met vriendelijke groet

JaDeX

Zie visustat

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 22 oktober 2004



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3