Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


Rekenen met sinus, cosinus en tangens

Ik heb nogal moeite met het sinus, cosinus en tangens gebeuren. Heb hier het een en ander gelezen maar het euro-tje wil nog niet vallen. Is er niet een heel erg makkelijk ezelsbruggetje (buiten sos-cas-toa)? Ik lees 'kijk uit de hoek die je weet'. Is het dan mogelijk om de driehoek te draaien? En zo de overstaande en schuine te bepalen? Hoop dat jullie mij een beetje verder kunnen helpen en het voor mij zeer makkelijk te doen berekenen. Mijn dank zal groot zijn.

Janus
Iets anders - zondag 3 november 2002

Antwoord

Het idee kijk uit de hoek die je weet of wilt weten is wel belangrijk. Het bepalen van de aanliggende c.q. overstaande rechthoekszijde hangt namelijk af van de hoek waar je het over hebt.

In een rechthoekige driehoek heb je altijd een schuine zijde (de zijde tegenover de rechte hoek) en twee rechthoekszijden (die vormen samen de rechte hoek). Als je vanuit een van de andere hoeken kijkt, dan heb je een rechthoekszijde die deel uitmaakt van die hoek, dat is de aanliggende rechthoekszijde. De andere rechthoekszijde ligt 'tegenover', aan de overkant! Dat is de overstaande rechthoekszijde.

Als je nu vanuit de andere hoek kijkt, dan is het verhaal precies hetzelfde, alleen dan is de overstaande rhz wat eerst de aanliggende rhz was... snap je?

q5124img1.gif

Het maakt niet uit of je de driehoek draait... maar 'echt' nodig is het eigenlijk niet.

Met behulp van onderstaande vragen en voorbeelden zou je nu toch een eind moeten kunnen komen:

Voorbeelden:

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 3 november 2002



©2004-2024 WisFaq