Cirkels en driehoeken

1. Teken de punten A(3, 1) en B(0, -3). Teken hoek A waarvan het ene been door B en het andere been door 0 gaat.
2. Teken alle punten die even ver van de benen van hoek A liggen.
3. Kleur alle punten rood die even ver van de benen van hoek A liggen en waarvan de afstand tot 0 meer dan 2 is.

Zou u misschien ook een tekening bij willen maken? Ik snap het echt niet.

saja
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 18 oktober 2015

Antwoord

a.
De tekening van A, B en O en de hoek A:



b.
De punten die even ver van de benen van hoek A afliggen vormen de bissectrice van hoek A.

c.
Punten waarvan de afstand tot O meer dan 2 is liggen buiten de cirkel door O met een straal van 2.

Dat ziet er dan zo uit:



Dat zijn dan de punten op de bissectrice die buiten de cirkel liggen. In de tekening zijn ze met rood aangegeven.

Lukt dat zo?

zondag 18 oktober 2015

©2001-2024 WisFaq