\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Aantal deelverzamelingen

Hallo, kan iemand mij helpen bij het begrijpen van deze theoretische opbouw van de formule voor het berekenen van het aantal deelverzamelingen?

g: D(A) $\to$ {0.1}tot de A : D $\to$ g(D) = f(d)

is een bijectie

D(A) = delenverzameling
A= een verzameling
f(d)=karakteristieke vergelijking

Hoe weetje nu dat dat een bijectie is?

Dank bij voorbaat,
Thomas

Thomas
3de graad ASO - woensdag 5 september 2007

Antwoord

Een bijectie is een afbeelding van een verzameling V (hier D(A)) naar een verzameling W (hier {0,1}A), op zo een manier dat elk element van V juist één beeld heeft in W, en elk element van W het beeld is van juist één element van V.

Dat moet je hier nagaan, dus: je neemt een willekeurig element uit D(A), dit is dus een deelverzameling van A. Argumenteer dat door de definitie van g, dit juist één beeld heeft in {0,1}A. Dit volgt eigenlijk meteen uit de definitie van g met het gebruik van de karakteristieke functie.

En omgekeerd: neem een element van {0,1}A, dat is dus een geordend A-tal van nullen en enen. Leg dan uit welke (unieke) deelverzameling van A, dit A-tal als beeld heeft.

Een bijectie heeft als eigenschap dat beide verzamelingen evenveel elementen hebben, zodat je hieruit kan besluiten dat een verzameling met A elementen, exact 2A deelverzamelingen heeft.

Groeten,
Christophe.

Christophe
woensdag 5 september 2007

©2001-2024 WisFaq