\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Re: Verschillende vragen over wiskunde

 Dit is een reactie op vraag 19373 
Kunt u misschien opgave 4 uitbreider uitleggen

opgave 5:Een doos hagelslag heeft een bodem van 4cmx8cm.
De hoogte is 15cm. de doos bevat 400 gram hagelslag. van een andere doos zijn de afmetingen tweemaal zo groot
A)Hoeveel keer zo groot is de inhoud van de grote doos?
B)Hoeveel gram hagelslag kan in deze doos?

cicek
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 25 januari 2004

Antwoord

Opgave 4
Eens kijken: in de lengte past 1,5 een aantal keren in 24. Namelijk 24/1,5=16. Dus 16 keer... in de breedte past 1,5 ook 16 keer in 24. Dus op de bodem kun je 16x16=256 dobbelstenen kwijt.

In de hoogte (30cm) passen zelfs nog 20 dobbelstenen, dus 20 lagen zullen we maar zeggen... ja, lagen van 256 dobbelstenen. Dus 20x256=5120 dobbelstenen in een doos.

Opgave 5
De inhoud van dat doosje is lengte×breedte×hoogte. In dit geval dus 4x8x15 (reken maar uit). Als alle lengten 2 keer zo groot worden dan krijg je 8x16x30 (reken maar uit). Hoeveel keer zo groot is nu de inhoud? Niet 2 keer, niet 4 keer, nee wel 8 keer zo groot! (2x2x2 keer zo groot). Dus hoeveel gram hagelslag kan er in de doos?

Dat is wel iets om te onthouden! Als de lengtes 2x zo groot worden, wordt de inhoud 23 keer zo groot.... maar ook als de lengtes 4x zo groot worden wordt de inhoud 43 keer zo groot... enz... meer algemeen:

Als de lengtes a keer zo groot worden, wordt de inhoud a3 keer zo groot.

Succes!


zondag 25 januari 2004

 Re: Re: Verschillende vragen over wiskunde 

©2001-2024 WisFaq