Ik heb een vraag op een toets gehad waar ik helemaal niets van snapte. De vraag ging als volgt: Onderzoek of de rechte AB evenwijdig is met de rechte CD:
A(4,1) B(3,5) C(3,-1) D(2,4)
Ik snap niet hoe ik hieraan begin en wat ik moet uitkomen. Kunt u me helpen?
Alvast bedankt. Met vriendelijke groeten
Robbe
2de graad ASO - donderdag 22 april 2021
Antwoord
Als je kunt laten zien dat de lijn door $AB$ dezelfde richtinfscoëfficiënt heeft als de lijn door $CD$ dan bent je er. Vul in: