Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 91685 

Re: Kansrekening bloed

1e en dat laatste puntje begrijp ik wel, maar hoe kom ik aan de uitkomst van de 2e puntje? ik dacht eraan om dan 93% van die 10 personen te berekenen maar het klopt niet vgm, want dan kom ik 9,3 uit.

Chelse
Student Hoger Onderwijs België - maandag 8 maart 2021

Antwoord

Hallo Chelsey,

De kans dat een willekeurige persoon bloedgroep O-negatief heeft, is 0,93. De kans dat een tweede persoon ook weer bloedgroep O-negatief heeft, is opnieuw 0,93. De kans dat dit allebei gebeurt, is dan 0,93·0,93 (ofwel: 0,932).

De kans dat een derde persoon bloedgroep O-negatief heeft, is weer 0,93. De kans dat 3 personen deze boedgroep hebben, is dan 0,93·0,93·0,93, ofwel 0,933.

De kans dat 4 personen deze bloedgroep hebben, is 0,934.
Wat is dan de kans dat 10 personen bloedgroep O-negatief hebben?

Zie ook de vermenigvuldigingsregel op Rekenen met kansen.

GHvD
maandag 8 maart 2021

©2001-2024 WisFaq