Bereken de kans dat de som van de ogen drie keer minder dan 5 is.
Zelf heb ik alle gunstige mogelijkheden opgeschreven: - 1+1, 1+2, 2+1, 2+2, 3+1, 1+3. Dus 6 Dit heb ik gedeeld door de totale aantal mogelijkheden 8·6. Dus 48. 6 / 48 = 0.125
Echter is dit niet het juiste antwoord. Kan iemand mij hierbij helpen?
Lennar
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 15 november 2018
Antwoord
Per keer minder dan 5 met twee dobbelstenen is (zelf nagaan) 0,166667
Dan van de 8 keer precies 3 keer minder dan 5 is: (8 boven 3)·0,1666673·0,8333335= 0,1042