Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Financiele wiskunde

Paul heeft flink wat centen nodig voor een belangrijke aankoop en gaat daarvoor tegelijkertijd een lening aan bij 2 bankinstellingen:

a) KBC rekent 5% jaarlijkse intrest aan en wil 30 tweemaandelijkse terugbetalingen van 200,00 EUR, de eerste 4 maanden na opname van het kapitaal;

b) Belfius rekent 4% per jaar aan en wil de terugbetaling in 60 maandelijkse schijven van 100,00 EUR, de eerste 4 maanden na opname van het kapitaal.

De formule die ik gebruik is de volgende: a·(1-u(-n exponent) ) delen door i

a) 200· (1-1,05 (exponent -30/12)) delen door 0.05 = 459.32
b) 100·(1-1.04( exponent -60/12)) delen door 0.04 = 2054.82

mijn de vraag is dan wat moet ik doen met die eerste 4 maanden na het opname van het kapitaal?

moet dan nog een berekening maken met de waarde die ik reeds al berekend heb vb. a 459.32·(1+0.05) exponent 4/12)=628.53 en voor hetzelfde?

ridwan
Overige TSO-BSO - zaterdag 7 mei 2016

Antwoord

De vraag is mij niet helemaal duidelijk. 30 tweemaadelijkse termijnen in 4 maanden? Dat zal wel niet... of begin je pas met aflossen na 4 maanden? En wat is dan precies de vraag? Hoeveel je in totaal moet aflossen? Of welke bedrag je hebt geleend? Ik zie niet helemaal nu wat de bedoeling is.

WvR
donderdag 12 mei 2016

 Re: Financiele wiskunde 

©2001-2024 WisFaq