Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Algebra

Goedemiddag, ik heb een vraag over de volgende som waar ik niet uitkom.
p=-5 bereken u
u = p2 - 23+16.p2
Ik kom op -448 maar volgens het antwoorden boek is het 402

dan ook deze vraag: schrijf korter als t mogelijk is.
4.k4+k3-11.k4-4.k3.
Het antwoord geeft aan dat het niet korter kan, maar ik heb als antwoord -7k4-3k3. klopt dit?

Ik hoop dat u mij kunt helpen

Met vriendelijke groet,
Maikel

maikel
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - maandag 22 juni 2015

Antwoord

1.
Als p=-5 dan krijg je:

u=(-5)2-23+16·(-5)2
u=25-23+16·25
u=2+400
u=402

Dus die 402 klopt wel.

Hoe komt dat?

Als je schrijft of in je rekenmachine intikt -5² dan krijg je -25 maar dat bedoelde je niet. Je bedoelde (-5)² en dat is 25. Dat zal het probleem wel zijn denk ik...?

2.
4k4+k3-11k4-4k3 kan je (inderdaad) korter schrijven als -7k4-3k3, dus goed gezien!

WvR
maandag 22 juni 2015

 Re: Algebra 

©2001-2024 WisFaq