Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 68876 

Re: Vermenigvuldigen en delen met breuken van wortels

Het antwoordenblad komt ook uit op 1 maar ik kom uit op 1/6 √3 en ik heb hem heel vaak opnieuw gedaan maar ik kom steeds niet goed uit.
Ja sorry, dat zal ik de volgende keer doen!

Ronja
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 4 november 2012

Antwoord

2·√(1/6)·3·√(1/6)=2·3·(√(1/6)·(√(1/6))
Nu is (√(1/6)·(√(1/6)) natuurlijk gewoon gelijk aan 1/6.
(Net zoals √(2)·√(2) ook gewoon 2 is.)
Dus we krijgen 2·3·(1/6)=6·(1/6)=1.
Flauw he?

hk
zondag 4 november 2012

©2001-2024 WisFaq