Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Variabele isoleren

Hallo,

Hierbij nogmaals een vraag, nadat ik de vorige keer goed ben geholpen door kn waarvoor dank.

Ik zit met de volgende vergelijking:
(a·c)/(a-(cd))=b

Ditmaal wil ik de c graag uitrekenen. Ik ben hier weer een middag mee bezig geweest maar kom er niet uit. Ik weet zeker dat ik dit heb kunnen oplossen alleen ik kom er echt niet meer uit voornamelijk door de haakjes en doordat de letters vaker dan eens voorkomen.

Ik hoop dat iemand mij hierbij kan helpen,

Met vriendelijke groet,

Jop

Jop
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 28 december 2011

Antwoord

Jop,
Uit de vergelijking volgt: ac=ab-cdb, dus ac+cdb=ab, c(a+bd)=ab, dus c=ab/(a+bd).

kn
woensdag 28 december 2011

©2001-2024 WisFaq