Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Ongelijkheid

Het gaat zich om de volgende vraag:

(1/7)3x+1 (1/7)x+4

Antwoord:
3x+1x+4
3x-x4-1
2x3
x3/2
Tot zo ver kom ik. Maar ik weet dat dit antwoord niet klopt

sjeng
Student hbo - maandag 18 januari 2010

Antwoord

Beste Sjeng,

Een exponentiële functie met grondtal a, dus van de vorm ax, is stijgend voor a1 maar dalend voor 0a1. Dit heeft invloed op de zin van de ongelijkheid, er geldt dan:

ax ay Þ x y als a1 en x y als 0a1.

In jouw geval is het grondtal a = 1/7 kleiner dan 1, de zin van de ongelijkheid keert dus om. Om dit eventueel in te zien, neem een eenvoudig getallenvoorbeeld:

(1/2)2 (1/2)3 want 1/4 1/8 maar hieruit volgt 23 en niet 23.

mvg,
Tom

td
maandag 18 januari 2010

©2001-2024 WisFaq