Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 57446 

Re: De stelling van Pythagoras

Ik snap vraag D nog steeds niet.,dus e ook niet,en f ook niet
de gegeven punten zijn van AB 6cm BC=4cm en CG=4cm.

tannaz
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zaterdag 6 december 2008

Antwoord

Heb je al geprobeerd een tekening van het geheel te maken in 3d? Dit maakt de zaak altijd een stuk duidelijker. Geef alle punten de goede naam en dan hoef je alleen nog maar punten te verbinden met elkaar.

Neem als grondvlak van de balk: ABCD, met AB=6 en BC=4
Teken dan op de punten A,B,C en D een hoogtelijn van 4cm.
Geef het punt boven A, de naam E
Geef het punt boven B, de naam F
Geef het punt boven C, de naam G
Geef het punt boven D, de naam H

Als dit gelukt is wordt alles waarschijnlijk een stuk duidelijker.

Je kunt dan bijvoorbeeld heel makkelijk de punten A en C verbinden en dan zie je dat het ee rechthoekigedriehoek is, dat schreeuwt natuurlijk om de stelling van pythagoras.

Als je dan zijde AC hebt berekend kun je weer een nieuwe (2d)tekening op schaal maken met zeide AC erin.

Probeer altijd alles te tekenen, maakt het veel duidelijker.

Succes!

Davey
maandag 8 december 2008

©2001-2024 WisFaq