Ik kan wel de nulpunten bepalen van 2-degraadsfuncties maar ik heb problemen met oefeningen zoals de volgende xÂ3-9xÂ2+16x+6=0 Hoe moet ik tewerk gaan ? Ik vond door in te vullen van allerlei getallen 1 nulpunt namelijk 3. Er zijn nog 2 andere nulpunten maar ik weet niet hoe ik de oefening verder kan oplossen. Kan u me helpen ?
Ciro S
3de graad ASO - zondag 28 september 2008
Antwoord
Als 3 een nulpunt is, kan je de veelterm schrijven als (x-3)(ax2+bx+c). Bepaal a, b en c, bijvoorbeeld door die uitdrukking uit te werken of met de zogenaamde "regel van Horner", hangt er een beetje van af wat voor manier in de les werd gebruikt.